
NOS/Jeroen van Eijndhoven
NOS Nieuws•
De cao-lonen zijn sinds 2008 niet zo hard gestegen als afgelopen jaar. Toch was die stijging lang niet genoeg om de inflatie te compenseren.
Het afgelopen jaar stegen de cao-lonen met 3,2 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In het onderwijs was de stijging met meer dan 5 procent het grootst. Het kleinst was de stijging in de visserij en landbouw: 2 procent.
Dit gaat om daadwerkelijke loonstijgingen in 2022. De hogere percentages die in de laatste maanden van vorig jaar in cao’s voor 2023 en later zijn afgesproken, zijn hierin nog niet terug te zien.
De inflatie was zo’n 10 procent. Dat betekent dat werkenden er per saldo in 2022 op achteruit zijn gegaan. Zo’n groot verschil tussen inflatie en loonstijging heeft het CBS sinds de start van de metingen in 1973 niet gezien.
Meer loonsverhoging
Vakbonden vinden dat de lonen sneller moeten stijgen. Ze krijgen daarbij steun van De Nederlandsche Bank, die zegt dat veel bedrijven genoeg winst maken om de lonen nog meer te kunnen verhogen.
Volgens werkgeversvereniging AWVN zijn er voor 2023 in veel sectoren hogere loonsverhogingen afgesproken. De laatste maanden worden er afspraken gemaakt voor meer dan 6 procent meer loon. Daar profiteren lang niet alle sectoren van.
Voor 200.000 werkenden lijkt er voor dit jaar niet meer dan 2,5 procent meer loon in het vat te zitten, omdat de afspraken zijn gemaakt voordat de inflatie doorschoot naar meer dan 10 procent.