NOS Nieuws••Aangepast
De NS mag met ingang van 2025 gaan variëren met de prijzen van treinkaartjes, bijvoorbeeld voor reizen in de spits of op bepaalde trajecten. Dat staat in een brief van staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur) aan de Tweede Kamer. Of er een apart tarief komt voor de spits staat overigens nog niet vast.
Als dat wel gebeurt, zou de NS de drukte in de spits kunnen tegengaan en de rode cijfers kunnen wegwerken. Naast spitsheffing krijgt de NS ook de mogelijkheid om op drukke trajecten hogere prijzen te vragen, om bijvoorbeeld langere of meer treinen in te kunnen zetten. Wel benadrukt de staatssecretaris dat er ‘kaders’ zijn voor maatregelen als spitsheffing.
Voor reizigers is het al langer mogelijk om buiten de spitsuren via speciale kortingsabonnementen goedkoper met de trein te reizen. Maar nu heeft staatssecretaris Heijnen de deur opengezet om juist het treinen in de spits duurder te maken. Het kabinet onderzoekt hoe het spoorbedrijf de gestegen kosten voor bijvoorbeeld energie en personeel kan doorberekenen.
Hoofdrailnet
Het kabinet bekijkt daarnaast of de NS meer financiële steun nodig heeft om het zogeheten hoofdrailnet, de belangrijkste spoorverbindingen in ons land, de komende jaren goed uit te kunnen voeren.
Tot 2025 lopen er al afspraken met de NS, maar voor de periode daarna moeten er nieuwe afspraken worden gemaakt. Daarbij acht staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur) de kans aanwezig dat het bedrijf in de nieuwe afspraken geen vergoeding hoeft te betalen. Ook een subsidie is een optie, aldus Heijnen in een brief aan de Kamer. Maar eerst moet dat dus onderzocht worden.
De NS kampt nog steeds met minder reizigers dan voor de coronapandemie. Ook de gestegen kosten van met name energie, maar ook personeel, materieel en onderhoud spelen NS parten. “Dit heeft geleid tot een financieel tekort dat vraagt om oplossingen”, aldus Heijnen in de brief aan de Kamer.
Kostenbesparingen
De staatssecretaris benadrukt dat de NS door moet gaan met kostenbesparingen. Verder krijgt het bedrijf ook ruimte om de tarieven te verhogen. Onderzoek moet dan verder uitwijzen of er meer hulp nodig is van de overheid.
In de huidige concessie voor het hoofdrailnet, die eind 2024 afloopt, betaalt de NS een vergoeding van zo’n 80 miljoen euro per jaar. Heijnen zegt eventueel bereid te zijn in de nieuwe concessie van die vergoeding af te zien.
Heijnen schrijft aan de Kamer dat het nog niet duidelijk is welke maatregelen noodzakelijk zijn om het financiële tekort te dekken. Ze hoopt de Kamer rond de zomer verder te informeren. Volgens Europese richtlijnen moeten de afspraken over nieuwe concessies voor 25 december van dit jaar gemaakt worden.